Blog

Waarom minder soms meer is: slimmer trainen zonder overbelasting

Als je graag traint en vooruitgang boekt, is het logisch dat je denkt: hoe meer, hoe beter. Meer sets, meer dagen per week, meer gewicht. Maar soms is het juist slimmer om even een stapje terug te doen. Niet omdat je lui bent, maar omdat je dan beter vooruitkomt. Klinkt tegenstrijdig? Toch werkt het zo.

Wat er mis kan gaan als je te veel traint

Je lichaam is sterk, maar ook gevoelig voor overbelasting. Als je te vaak, te lang of te zwaar traint zonder voldoende rust, dan raakt je lijf uit balans. Je voelt je vermoeider, je hebt minder zin om te trainen, je prestaties gaan achteruit. Misschien krijg je pijntjes of slaap je slechter. Het zijn allemaal signalen dat je eigenlijk te hard van stapel loopt.

Overbelasting is niet iets wat alleen topsporters overkomt. Ook fanatieke sportschoolgangers die meerdere keren per week trainen kunnen erin terechtkomen. Het lastige is dat je het vaak pas merkt als het al even bezig is.

Waarom minder trainen juist goed kan zijn

Het idee dat je elke training kapot moet gaan om resultaat te halen, is hardnekkig. Maar je spieren groeien niet tijdens het trainen, ze groeien juist tijdens het herstellen. Dus als je nooit echt rust neemt, geef je je lichaam geen kans om sterker te worden. Minder trainen betekent niet dat je minder serieus bent, het betekent dat je slimmer met je energie omgaat.

Door bewuster te trainen, met meer focus en minder verspilling van energie, boek je vaak meer resultaat dan met eindeloze uren zweten. Denk aan kortere sessies met aandacht voor techniek, een goede warming-up en daarna genoeg hersteltijd.

Hoe train je slimmer?

Het begint met luisteren naar je lijf. Ben je echt moe of gewoon even ongemotiveerd? Voel je spanning in je schouders of knieën? Heb je slecht geslapen? Al dat soort signalen zeggen iets over hoe hard je zou moeten trainen die dag.

Daarnaast is het slim om niet elke week op 100% te zitten. Bouw bijvoorbeeld drie weken op qua intensiteit, en las daarna een rustigere week in. Je zult merken dat je daarna met meer energie terugkomt. Ook hoef je niet elke oefening tot het uiterste te doen. Soms is een goede set met techniek belangrijker dan de zwaarste set van de dag.

De kracht van hersteldagen

Rustdagen zijn niet iets wat je erbij doet als je toevallig geen tijd hebt. Ze zijn net zo belangrijk als je trainingsdagen. Je spieren herstellen, je zenuwstelsel komt tot rust en je mentale batterij laadt weer op. Zeker als je druk bent met werk of andere dingen, zijn die hersteldagen extra belangrijk.

Je kunt op een rustdag ook actief herstellen. Dat betekent: bewegen zonder intensiteit. Denk aan wandelen, fietsen op rustig tempo, yoga of wat rekoefeningen. Je houdt je lichaam soepel zonder het te belasten.

Minder maar beter

Een veelgehoorde tip in de sportwereld is: kwaliteit boven kwantiteit. Die gaat ook hier op. Als je elke training met aandacht en inzet doet, en daarnaast goed herstelt, kun je met minder trainingsuren meer resultaat boeken.

Let ook op dat je niet per se meer oefeningen hoeft te doen om beter te worden. Twee tot drie goede oefeningen per spiergroep kunnen genoeg zijn als je ze goed uitvoert. Zeker als je zorgt voor voldoende variatie en uitdaging over de weken heen.

Terug omhoog